De Couserans is een streek in de Franse Pyreneeën, die qua
ontwikkeling achter is gebleven bij andere gebieden in dit gebergte.
Bedrijvigheid is er niet, toerisme heeft niet de overhand gekregen. De
bergdorpen zijn grotendeels leeggelopen. Jonge mensen keerden de bergen de rug
toe en zochten hun heil elders. Wat overblijft zijn stille dorpen zonder
voorzieningen, waar nog wat bejaarden wonen. Hoe anders is dat geweest. Een
eeuw geleden maakte de mijnbouw gouden tijden mee. Vele honderden mannen
werkten hoog in de Pyreneeën onder moeilijke omstandigheden. Zij woonden met
hun gezinnen in dorpen die bloeiende gemeenschappen waren. De Vallée du Biros, in de westelijke punt van
de Couserans, was het centrum van de mijnbouw. Er werd op grote schaal zink en
lood gewonnen. De mijnen van Bentaillou en Bulard zijn al lang gesloten, maar
vervallen barakken, restanten van kabelbanen en verroeste wagonnetjes zijn er
nog en prikkelen de gedachten en fantasie van de wandelaar die zijn weg baant
in het grauwe gebergte. Het zijn de stille getuigen van een tijd dat er in de
Pyreneeën letterlijk op hoog niveau werd gewerkt. Onvoorstelbaar wat men heeft
gepresteerd. Sommige werken reikten zelfs tot boven de 2500 meter. Loop maar
eens naar de Port d’Urets (2534 m), een bergpas op de Frans-Spaanse grens. De
aan Spaanse zijde gewonnen delfstoffen werden “over de grens getild” en met een
kabelbaan richting het gehucht Eylie getransporteerd. Stel je voor dat je moest
werken in een van de gebouwen rond de Port d’Urets. Dan had je een aardige
wandeling voor de boeg. Hoogteverschil: ruim 1500 meter. Maar de mensen waren
in die tijd slim. Een prachtig pad creëerde men. Een pad dat niet de kortste
weg naar boven zoekt, maar dat voortdurend slingerend omhoog gaat. Geen enkele
passage is te steil, je kunt in een aangenaam ritme blijven lopen zonder stuk
te gaan. Het is alsof geleerden zich erover hebben gebogen en het pad hebben
afgestemd op wat een mens kan hebben. In een zetel word je naar de Port d’Urets
gedragen. Schitterend! Ik heb de route verschillende keren gelopen, ben nooit buiten adem geraakt en heb genoten van
elke stap. En van de omgeving natuurlijk. De arbeiders die destijds naar boven
gingen, zouden die ook hebben genoten van het mooiste pad van de Pyreneeën? Ik
denk het niet. Ze hadden wel wat anders aan hun hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten